Kenzo’s succes begon in 1970 met Jungle Jap, zijn eerste eigen boetiek in Parijs. Deze winkel lag meer specifiek in de Galleria Vivienne. De winkelruimte was oorspronkelijk een antieke kledingwinkel, maar Kenzo renoveerde die. Het was ook de setting van de eerste modeshow, waarin hij zijn creaties aan het publiek toonde. Hij hield het niet bij modeshows, maar ging zijn designs ook letterlijk aan de man brengen. Hij ging haast elk modemagazine af om zijn creaties te tonen, waaronder ook Elle Magazine. Ze besloten de covergirl te huldigen in een creatie van de jonge ontwerper. De ontwerpen die hij destijds maakte, bestonden vooral uit losse casual kleding, zoals ruim zittende gestreepte overalls met olifantenpijpen. Daarmee hield hij zich totaal niet aan de mode van toen, maar liet zich inspireren door traditionele Japanse kledij, zoals kimonos. Hij maakte de mouwen veel breder en veranderde de vorm van de schouders. Parijs maakte dankzij hem eindelijk kennis met het Oosterse gebruik van het wikkelen van losse gewaden. Daarnaast was hij ook een pionier in het maken van kleding die voor 100% uit katoen bestaat.